De eikenprocessierups is aan het vervellen. Gemeenten zoeken naar natuurlijke vijanden om de overlast te beperken van de honderdduizenden jeukende rupshaartjes. Wat werkt?

Klachten
Uitkijken, afstand houden en binnenblijven zijn omgangsvormen die ieder mens zich sinds anderhalve maand in het dagelijks contact heeft eigen gemaakt. Nu komen ze ook van pas bij de eikenprocessierups. Over pakweg twee weken is het weer zo ver. De klachten over de sterk irriterende haartjes van de rupsen zullen vanaf half mei niet van de lucht zijn.

Kennisplatform
Het rupsje kroop dit jaar op proefstations begin april uit zijn ei. In 2019 werden iets minder vlinders waargenomen dan in het recordjaar 2018, maar vast staat dat ze ook dit jaar talrijk zullen zijn. En bleef de rups de eerste jaren ­onder de grote rivieren, intussen zitten ze overal.

Preventief
Daarnaast gaan steeds meer gemeenten de rups preventief te lijf. Dat mag wat kosten, want voor het wegzuigen van de nesten vanaf juni betaal je ongeveer 160 euro per uur. Er zijn proeven met feromonen, zeg maar sekshormonen, die beogen de voortplanting van de mannetjes en vrouwtjes te verstoren. Maar die middelen zijn nog niet toegestaan.

Niet selectief
Gemeenten nemen wel hun toevlucht tot preventieve bestrijding met een bacteriepreparaat van de bacillus thuringiensis (BT), productnaam onder meer Xentari. De bacteriën zijn effectief en doden de rupsjes, maar ze zijn niet selectief want ze doden de rupsen van alle vlinders.

Wormpjes
Een derde verdedigingslinie is de inzet van nematoden, kleine wormpjes. Die zijn evenmin selectief. Ze kunnen ook alleen jonge larven aanvallen en zijn bovendien slechts een paar uur actief. Nematoden bewijzen dus alleen dienst als gemeenten ze begin april al hebben ­ingezet op hotspots.

Beroerd
Ronduit beroerd lijkt het middel Vermitec dat bij wijze van proef zou worden ingespoten in 2.500 eikenbomen in de gemeenten Son, Bladel, Reusel, Eersel, Hasselt en Utrecht. Dat gebeurde zelfs zonder dat de gemeente er weet van had, zegt de Vlinderstichting, die erover aan de bel trok. ‘De geïnjecteerde stof blijft lang actief in de boom en hindert niet alleen rupsen maar schaadt alle dieren en vogels die rupsen eten.’

Natuurlijke vijanden
Het meest sympathiek en met positieve ­effecten op de openbare ruimte, is de inzet van natuurlijke vijanden. Huis-, tuin- en keukenvogels als mussen, koolmeesjes, spreeuwen lusten de rups rauw. Ook vleermuizen slaan een eikenrupshapje niet af. Verschillende gemeenten laten bewust bosschages in de buurt van rupsenhotspots verruigen en bevorderen wilde bermen om larven van gaasvliegen of het tweestippelig lieveheersbeestje te lokken. Die zetten hun tandjes uiteraard slechts in de eitjes en de larven in het kleinste rupsenstadium.

Te vroeg
Het is nog te vroeg om te zeggen of deze aanpak vruchten afwerpt. Sinds 2019 is op verschillende locaties dergelijke ecologische bestrijding beproeft. De gemeente telt 20.000 eikenbomen, waarin medewerkers bij 7.500 exemplaren vorig jaar nesten telden. ‘We markeren de bomen met stickers en zuigen in juni en juli alle nesten weg’, aldus de website van de gemeente. De gemeente hangt ook mezenkastjes en vleermuiskastjes op om de ­natuurlijke vijanden te vertroetelen.

Digitaal netwerk
Ook de VNG probeert in het Kennisplatform bij te dragen aan een landsdekkend beeld van de aanpak en wil ook een ‘digitaal landelijk netwerk’ helpen opbouwen. In april hield de VNG een enquête onder gemeenten om cijfers te verkrijgen over het aantal aangetaste bomen. Bovendien wil de organisatie weten wat het plan van ­aanpak behelst, of er contact in de regio is gezocht en er voldoende bestrijders zijn, ­aldus de vragenlijst.

Minder monotoon
De enquête bevat ook vragen over het diversificeren van het bomenbestand. Een minder monotoon bomenbeleid helpt de overlast van de brandhaartjes te reduceren. Als er een boom in een storm of door ziekte omgaat, dan planten we zeker niet één op één een eik terug. Vaker kiezen we voor een andere boomsoort.

Niet in eikenbomen
Gemeenten die met nestkastjes voor koolmezen en vleermuizen aan de slag gaan. Hang ze niet in de eikenbomen. De rupsen vinden zo’n nestkast ook wel fijn om hun eigen nest erin of erachter te bouwen. Aldus de bioloog.

De jeukrups
Getagd op: