COLUM | Mark Hoogstad

Een oud-collega van mij woont in Kralingen, op steenworp afstand van de burgemeester. Ik benijd haar. Het is prachtig wonen in Kralingen: aangeharkte straten, cabriolet voor de deur, fraaie en vaak ruime woningen, waarvan de meeste ook nog eens zijn uitgerust met een tuin. Vergeleken met haar woon ik in een achterstandsbuurt, hoewel we beiden Rotterdammers zijn.

Leuke mensen ook, daar in Kralingen. Ze groeten elkaar of maken een praatje op straat. Aan de goudkust van Rotterdam hebben ze aan een half woord vaak genoeg. Dat is wel zo prettig.

Vanuit deze oase van rust en beschaving ontving ik vorig voorjaar een bericht van mijn oud-collega. Via LinkedIn. Ze hoopte dat alles goed met mij was, om vervolgens bliksemsnel tot de kern van de zaak door te dringen. Omdat ik een bloedhekel heb aan small talk, bevalt deze overvalstrategie mij altijd goed: geen gezever, recht op doel af.

Het Kralingse Bos Festival bleek niets meer of minder te zijn dan een eigentijdse versie van Sodom en Gomorra

Of ik op de hoogte was van het feit dat het Kralingse Bos dit jaar opnieuw het decor zou zijn van een festival? Ja, dat wist ik. Zou ze me willen uitnodigen? Gezellig samen een beetje slempen en herinneringen ophalen aan de oevers van de Kralingse Plas, begeleid door de helse dreunen van een of andere door pillen benevelde deejay? Mijn hart maakte een sprongetje.

Twee zinnen later was ik echter alweer terug op aarde. Het Kralingse Bos Festival bleek niets meer of minder te zijn dan een eigentijdse versie van Sodom en Gomorra. Wat heet: een recept voor ellende! Snoeiharde muziek, veel dorstig volk, het festivalterrein zou vast en zeker omgeploegd worden en veranderen in één grote walmende afvalberg, waar Kralingen tot in lengte van dagen last van zou ondervinden.

Moest ‘de’ krant van Rotterdam niet eens aandacht besteden aan deze apocalyptische hel en verdoemenis, die haar buurt boven het hoofd hingen? Daar kwam haar vraag op neer.

Sindsdien heb ik niets meer van mijn oud-collega vernomen. Hoe het met haar gaat? Geen idee!

Toen de kruitdampen in mijn hoofd waren opgetrokken, heb ik mijn oud-collega een bericht teruggestuurd. Ja, het ging heel goed met me. Met vrouw en kinders ook trouwens. Ik hoopte dat het met haar en haar wederhelft net zo goed ging.

Ik besloot mijn bericht met de mededeling dat – met het oog op het dreigende gevaar – er wellicht een schone taak was weggelegd voor het vaak zo onbegrepen stiefkindje van het Rotterdamse openbare bestuur: de gebiedscommissie. In dit geval die van Kralingen-Crooswijk. Mochten voorzitter Rens van Overdam en de zijnen nu besluiten om het stadhuis met hooivorken te bestormen, dan kon ik alsnog instappen.

Sindsdien heb ik niets meer van mijn oud-collega vernomen. Hoe het met haar gaat? Geen idee!

Wat ik wel weet: Kralingen bestaat nog. Het is nog immer ouderwets goed wonen in dit dorp aan de rand van Rotterdam. Het Kralingse Bos staat ook nog altijd fier overeind, zo heb ik vorige week met eigen ogen mogen vaststellen. En het festival? Vorig jaar een doorslaand succes, dit jaar geplaagd door regen. Maar gezellig was het wel.

festival

 

Feesten tijdens het Kralingse Bos Festival
Getagd op: