Rottterdam heeft de omgevingswet sinds 1940

Gemeenten met een eigen bebouwingscommissie. Rotterdam kreeg er noodgedwongen eentje na het Duitse bombardement van 1940. Die commissie functioneert volop tot op de dag van vandaag.

Lege handen
De Duitse bommen van 14 mei 1940 veroorzaakten in Rotterdam een acute noodsituatie. Niet alleen verloren een kleine duizend Rotterdammers het leven, ook gingen 25.000 wooneenheden plat en raakten 78.000 stadsbewoners dakloos. Ook het Stadstimmerhuis waar alle stedenbouwkundige gegevens van de gemeente werden bewaard, werd getroffen. De Bebouwingscommissie die vier maanden na de ramp voor het eerst bijeenkwam, begon met vrijwel lege handen.

Fascinerend
De geschiedenis van deze unieke commissie is geboekstaafd in een even uniek, ronduit schitterend uitgegeven boek: ‘De stad staat nooit stil. Geschiedenis en actualiteit van de Rotterdamse Bebouwingscommissie.’ Met los bijgevoegde kopieën van historische documenten en haarscherpe fotografie. Maar de geschreven inhoud is minstens zo fascinerend. Want de integrale gebiedsontwikkeling die bij gemeenten met hun uiteenlopende ruimtelijke opgaven tegenwoordig zo in de mode is, die startte in Rotterdam al in 1940.

Bouwrijp en herkaveld
Vier dagen na de verwoesting van de binnenstad begon Rotterdam onder leiding van ingenieur W.G. Witteveen al aan een plan voor de Wederopbouw. Rigoureuze maatregelen brachten snelle oplossingen in beeld, misschien mede als gevolg van die totale vernietiging en het Rotterdamse adagium van geen woorden, maar daden. Zo werden op 24 mei 1940 zo’n 25.000 (restanten van) woningen in één klap onteigend om spoedige herbebouwing mogelijk te maken. De bezetter bemoeide zich nauwelijks met de nieuwe plannen, zolang de ambtenaren de haven maar ongemoeid lieten. Binnen een jaar na het bombardement was het Rotterdamse centrum alweer bouwrijp gemaakt en herkaveld.

Bouwstop
Een verklaring voor die voortvarendheid schuilt ook in de groep ambtenaren uit het hoogste echelon die op 17 september 1940 voor het eerst bijeenkwam: de Bebouwingscommissie. Initiatieven van bewoners om hun vroegere leven weer op te pakken worden vaak en snel gehonoreerd: noodwinkels, noodscholen en ook veel noodcafés. Maar de commissie buigt zich eveneens over het gebrek aan woningen. Tot 1942 dan, als de Duitsers een bouwstop afkondigen. Al het beschikbare bouwmateriaal moet de laatste oorlogsjaren worden ingezet om verdedigingswerken te bouwen.

Kleedgebouwtjes
In de eerste naoorlogse jaren krijgt de wederopbouw van Rotterdam voortvarend gestalte. Beslissingen over grootschalige bouwprojecten worden vaak al vooraf in het college bekokstoofd en passeren vrijwel geruisloos de commissie, maar over andere kleine projecten wordt beraadslaagd. Van nieuwe flatgebouwen waar Rotterdammers bezwaar tegen maken, tot ‘kleedgebouwtjes’ aan een Rotterdamse plas. Maar zelden wijkt de verantwoordelijk wethouder af van het oordeel van de bebouwingscommissie, wat in latere tijden overigens een constante blijft.

Zestig aanvragen
De commissie komt in principe nog steeds eens per week op woensdagochtend bij elkaar. Per vergadering staan zestig vergunningaanvragen met een strijdigheid op de agenda, waarover de commissie moet besluiten. De huidige directeur beziet de bebouwingscommissie als ‘een van de pareltjes’ van zijn gemeentelijke organisatie. Door het jarenlange bestaan is enorm veel expertise over voorschriften, regels en wetten opgebouwd, vindt hij, en – minstens zo belangrijk – een fingerspitzengefühl voor beleidsgevoelige zaken.

Vijfsterrenhotel
De laatste decennia richt de commissie het vizier vaker op omstreden bouwprojecten als windturbines, hotelboten en hoogbouw als de 212 meter hoge Zalmhaventoren. Bij de 2500ste bijeenkomst van 21 november 2018 staat herontwikkeling van het oude hoofdpostkantoor aan de Coolsingel op de agenda, nota bene een van de weinige panden in het centrum dat de Duitse bommen heeft doorstaan. Op punten als geluid, hoogte en parkeren lijkt de initiatiefnemer, die er een vijfsterrenhotel van wil maken, te kunnen inpakken. Maar tot een harde afwijzing komt het niet.

Ja, mits
Typerend, wat dat betreft, zijn de twee hoofdstuktitels die het boek afsluiten. ‘Weigeren is een beetje onze eer te na’ en ‘Die integrale afweging, die maken wij al heel lang.’ De commissie maakt er ver voor de Omgevingswet werk van om vroegtijdig met indieners van plannen om de tafel te gaan: ‘Als je het nou zus en zo doet, maak je een hele goede kans.’ Als de Omgevingswet er per 1 juli 2022 is, overweegt de bebouwingscommissie nog een stap verder te gaan en initiatiefnemers voor de commissie hun verhaal te laten doen.’

Tot slot
Als ik de oproep van het ministerie hoor, dat we in de ruimtelijke ordening de cultuur van nee, tenzij voor ja, mits moeten inruilen, denk ik: Die afslag nam Rotterdam heel lang geleden al! Anders hadden we deze prachtige stad helemaal niet gehad. Aldus de directuer.


Voorkom legionella infectie

Terugkerende vakantiegangers lopen een verhoogde kans op een legionella-infectie in eigen huis. Burgers onderkennen niet de gevaren van kranen die langer dan een week niet worden gebruikt. Volgens de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, worden hierdoor onnodig veel mensen na de vakantie besmet met legionella.

Tips om een legionellabesmetting te voorkomen

De kans op legionellabesmetting is het grootst bij warm weer en als kranen niet regelmatig genoeg worden gebruikt, waardoor water in de leidingen stilstaat en de watertemperatuur al snel boven de 25 graden uitkomt. Deze twee factoren vergroten de kans op vermeerdering van de legionellabacterie.

Kans op gezondheidsproblemen
Legionella-infecties hebben grote gevolgen, variërend van vermoeidheid, verlies van kortetermijngeheugen, mobiliteitsproblemen, longontsteking, forse griep. Je kunt er ook aan overlijden. Jaarlijks zijn er vierhonderd meldingen van legionellabesmetting, maar het werkelijke cijfer ligt nog een stuk hoger. Circa 150 Nederlanders lopen jaarlijks een legionellabesmetting op in het buitenland.

Laat kranen een minuut lopen
De installateursvereniging raadt terugkerende vakantiegangers aan om bij thuiskomst alle koud- en warmwaterkranen een minuut lang te openen. Daarbij is het belangrijk om het water rustig te laten stromen, om te voorkomen dat het water vernevelt. Besmetting vindt namelijk vooral plaats door het inademen van de waternevel, waardoor de bacterie zich in de longen nestelt.

Verneveling: spoel de douche door
Onder de douche kan verneveling plaatsvinden. Dat voorkom je door de sproeikop onder water in een emmer te houden of de douchekop in een washandje te verbergen. Doorspoelen is belangrijk om de kwaliteit van het water te waarborgen. Het doorspoelen zorgt er ook voor dat na lange stilstand de opgeloste stoffen in water zoals metalen uit de drinkwaterleiding gespoeld worden.

Tips op een rijtje om legionellabesmetting te beperken

Spoel na de vakantie alle koud- en warmwaterkranen een minuut lang.

Laat het water rustig stromen en voorkom dat je daarbij het water vernevelt. Dat doe je door de sproeikop onder water in een emmer te houden, in een washandje of het sproeistuk van de kraan af te halen.

Hang een tuinslang niet op in de volle zon. Spoel altijd eerst een tuinslang die niet dagelijks wordt gebruikt. Voorkom ook hier verneveling.

Vaak kun je zelf de temperatuur van het warm water instellen. Zorg ervoor dat het warme water uit alle kranen ten minste een temperatuur van 55 graden heeft.


Seksuele straatintimidatie in Rotterdam

Sissen, naroepen of zelfs in het nauw drijven of achtervolgen: het zijn voorbeelden van seksuele straatintimidatie waar veel Rotterdamse vrouwen nog steeds mee te maken hebben. 47 procent van hen om precies te zijn, zo blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam. En dat is opvallend, want vier jaar geleden was dit percentage precies hetzelfde. Daarna kwam er nieuw beleid, maar dat lijkt niets te hebben uitgehaald.

Met een campagne, een speciale app voor meldingen en intensieve trainingen voor handhavers wilde de gemeente het probleem in de stad aanpakken. We zien dat het in frequentie wel iets is afgenomen. Maar dat het aantal vrouwen dat het afgelopen jaar met straatintimidatie te maken heeft gehad gelijk is gebleven.

Invloed van #MeToo
Voor de onderzoekers zijn de uitkomsten geen verrassing. We weten dat er echt een lange adem voor nodig is, om een cultuurverandering te laten plaatsvinden in onze samenleving.

Die verandering is afgelopen jaren al deels in gang gezet, mede door de wereldwijde MeToo-beweging. Mannen zien steeds meer in hoeveel vrouwen last ervaren. Maar dat geldt niet voor iedereen. Er zijn nog steeds mannen die het probleem niet zien en dus hun gedrag niet veranderen.

Veel veranderd in bewustwording
Volgens het onderzoek is er in de afgelopen jaren wel veel veranderd in de bewustwording rond seksuele straatintimidatie. De maatschappij keurt het af en ook wordt een positieve verandering gezien in de houding van professionals in de handhaving en bij beveiligers, als het om straatintimidatie gaat.

Die bewustwording doet vrouwen goed. We horen wel dat vrouwen blij zijn met de aandacht voor dit probleem en dat ze zich erkend voelen. Dat ze zien dat het niet alleen hun probleem is, maar een probleem van de samenleving. Dus er is veel veranderd, maar dat heeft niet direct invloed op de cijfers. Volgens de onderzoeker is er waarschijnlijk wel 10 jaar nodig voor een echte cultuurverandering.

Pikpraat
De gemeente Rotterdam zette met eerder beleid al in op bewustwording. Zo werd in 2017 de publiekscampagne ‘Pikpraat van de straat’ gelanceerd om de strijd tegen sissen, uitschelden of achtervolgen tegen te gaan. Ook lanceerde de gemeente de StopApp, waarmee vrouwen seksuele intimidatie op straat kunnen melden.

De app is een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke aanpak van straatintimidatie. Maar uit het onderzoek van de Erasmus Universiteit blijkt dat slechts 13 procent van de ondervraagde vrouwen de app weet te vinden.

Seksuele straatintimidatie moet echt nog beter op de kaart komen, zegt de wethouder. Hij wil daarnaast dat het strafbaar wordt. “In Rotterdam zetten we al jaren stevig in op normstelling, preventie en de aanpak ervan. Den Haag is bezig om dit wettelijk vast te leggen. Dat zou ons ook helpen in de handhaving. Iedereen moet zich veilig voelen in Rotterdam, ook ’s avonds en in de nacht.”

Er zijn nog steeds mannen die niet doorhebben hoe bedreigend het voor een vrouw voelt als een man lang dicht achter haar blijft fietsen ’s avonds in de donker. Ook al zit daar geen kwade bedoeling achter. Daarom is het belangrijk de boodschap te blijven herhalen en zo die bewustwording te vergroten.


Geen geld meer voor boodschappen

Het loopt storm bij de Voedselbank Rotterdam. Door de coronacrisis hebben steeds meer mensen moeite om financieel rond te komen. Inkomen valt voor een deel of helemaal weg en financiële steun vanuit de overheid is niet altijd toereikend om de vaste lasten te kunnen betalen.

Daardoor houdt een groeiend aantal mensen te weinig geld over voor boodschappen. Waar kun je als student, werkloze zelfstandige of gezin terecht als je zo in de knel komt dat eten kopen een probleem wordt?

De bekendste plek is de Voedselbank. Inmiddels zit in veel gemeentes zo’n voedselbank om mensen gratis voedselpakketten te geven. Daar zitten wel wat voorwaarden aan. Zo moet je in de gemeente staan ingeschreven. Ook moet je kunnen aantonen dat je minder dan 230 euro overhoudt als je alle vaste lasten (huur, gas, licht en verzekeringen bijvoorbeeld) aftrekt van je inkomsten.

Dat zogenoemde normbedrag is 230 euro voor iemand die alleen is. Per extra huisgenoot komt daar 95 euro bij. Dus ben je alleen met een kind of woon je samen, dan geldt dat je minder dan 325 euro per maand hoeft over te houden om in aanmerking te komen voor de Voedselbank. Voor sommige Voedselbanken zijn inmiddels wachtlijsten.

Voor mensen die om verschillende redenen niet bij de Voedselbank terecht kunnen, is er andere hulp. Zo helpt het Rode Kruis met boodschappenkaarten voor mensen die (nog) niet bij de Voedselbank terecht kunnen, of niet de juiste papieren hebben voor de reguliere hulpverlening. Het Rode Kruis werkt daarvoor samen met de gemeente en lokale hulporganisaties.

In Rotterdam werkt het Rode Kruis bijvoorbeeld samen met Stichting Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt (ROS). Humanitas, DOCK, Voice of All Women en Delfshaven Helpt. Die krijgen boodschappenkaarten ter waarde van 15 euro voor in de Albert Heijn en mogen die naar eigen inzicht geven aan wie dat nodig heeft.

Het liefst heeft het Rode Kruis dat mensen zelf boodschappen kunnen doen, omdat iedereen zelf het beste weet wat hij of zij nodig heeft op dat moment. Dat kan ook een keer geen eten zijn, maar zeep of maandverband.

Broodnood en 14010
De gemeente Rotterdam heeft een loket voor mensen in acute nood. Rotterdammers die geen geld hebben om boodschappen te doen, kunnen contact opnemen met de speciale Vraagwijzer. De gemeente kan je via het telefoonnummer 14010 doorverwijzen naar een hulpinstantie in de wijk, zoals Pit010, de WMORadar en DOCK. Die kennen alle initiatieven in de wijk rond hulp bij boodschappen.

Wijkteams van de gemeente hebben een potje om in geval van nood gelijk te kunnen helpen, en er is vanuit de gemeente een zogeheten broodnoodregeling. Dat is een lening bedoeld voor boodschappen. Dat geld moet je later terugbetalen.

Wie vaste woonlasten niet meer kan betalen, kan TONK aanvragen bij de gemeente.

In Prins Alexander is een lokaal voedselbankinitiatief om de voedselpakketten te kunnen aanvullen met spullen die nog missen. De organisatie Hotspot Hutspot verzorgt normaal gezamenlijke avondmaaltijden in Crooswijk. Omdat die nu niet door kunnen gaan, zijn ze met die spullen een crisiscatering begonnen voor minima. Datzelfde geldt voor de Gaarkeuken in Rotterdam-Zuid.

Supermarkt voor minima
In Rotterdam-Zuid en -Noord zit een supermarkt voor minima. Daar kun je boodschappen doen voor heel weinig geld. De supermarkt heet Voedselcentrum Isaak & De Schittering. Bij een aankoop van 50 eurocent krijg je een gratis brood én een gratis product dat per dag verschillend is, bijvoorbeeld groente of fruit. Het voedselcentrum deelt elke dag van de week 2.000 gratis broden uit, vers van de bakker.

Ook kerken en moskeeën zijn vaak actief voor mensen die niet meer kunnen rondkomen. Sowieso binnen de eigen gemeenschap, maar vaak ook in de wijk. Een bekende kerk is de Pauluskerk in het centrum van Rotterdam. Die delen altijd al maaltijden uit aan dak- en thuislozen en proberen ook in deze crisis hulp te bieden aan wie in de problemen zit.

In Rotterdam en de regio zijn ook veel particuliere initiatieven voor voedselpakketten. Soms zonder hulp van de gemeente of organisaties, soms samen met. Dat soort initiatieven zijn vaak te vinden via Facebookgroepen, zoals de pagina van Rijnmond Helpt, of mensen kloppen er aan omdat ze er iemand anders over hebben gehoord.

Zo stelt Loes in Rotterdam-Schiebroek al vijf jaar voedselpakketten samen voor mensen die niet bij de Voedselbank terecht kunnen, op de wachtlijst staan of niet aan het normbedrag voldoen maar toch te weinig overhouden.

Inmiddels deelt ze op eigen initiatief in Schiebroek en in Vlaardingen 200 pakketten per week uit aan gezinnen die zelf geen boodschappen meer kunnen doen. Je hoeft haar geen papieren te laten zien, maar je kunt wel langskomen voor een gesprekje. Zo zijn er meer initiatieven in wijken.

Het aantal aanvragen voor voedselbank blijft oplopen. De weg naar hulp is soms lastig, maar wel vindbaar. Hulporganisaties laten weten dat schaamte vaak de grootste drempel is en er vaak ook voor zorgt dat de problemen zich nog verder opstapelen.


Eenzaamheid en financiële problemen

Het verlies van bijbaantjes, geen zicht op werk na de studie en depressiviteitsklachten, vanwege eenzaamheid: jongeren worden keihard getroffen door de coronacrisis. De gemeente Rotterdam maakt daarom 3,3 miljoen euro vrij om ze te helpen.

Het missen van feestjes, avonden in de kroeg en onbezorgd met vrienden afspreken, maakt dat veel jongeren zich ellendig voelen. Maar wat het nog erger maakt, is dat veel van hen zich zorgen maken over de toekomst. Wie een bijbaantje verliest, kan in de financiële problemen komen en voor studenten die nu hun diploma halen in de horeca of luchtvaartbranche is op dit moment weinig baanperspectief.

Het plan van de gemeente moet dat vertrouwen in de toekomst vergroten. De steun is bedoeld voor jongeren tussen de 16 en 27 jaar

Ontmoetingsplekken
Concreet betekent het dat op vier plekken in de stad ontmoetingsplekken voor jongeren komen. Daar kunnen ze terecht met vragen over werk en geld, maar ook voor een praatje als ze zich eenzaam voelen. Waar die plekken precies komen, is nog niet bekend, maar ze worden verspreid over de stad. Nu al kunnen jongeren terecht bij de balie van de gemeente, maar die drempel blijkt te hoog.

Bedrijven zijn op dit moment zo met zichzelf bezig dat ze, als ze al open zijn, niet altijd tijd hebben om jongeren te begeleiden

De hoop is dat jongeren zich hier op hun gemak voelen en dat wél doen, zodat ze de juiste hulp kunnen krijgen. Daarnaast komen er 150 extra stageplekken bij de gemeente en extra studieplekken in de stad. ,,Bedrijven zijn op dit moment zo met zichzelf bezig dat ze, als ze al open zijn, niet altijd tijd hebben om jongeren te begeleiden. Wij willen niet dat zij hier de dupe van worden”, zegt wethouder van Werk en Inkomen. ,,We hebben een morele verplichting om deze groep te helpen, want zij betalen straks de rekening.”

Financiële problemen
Er wordt ook gekeken hoe studenten die in de financiële problemen komen, doordat hun bijbaantje wegvalt vanwege de coronamaatregelen, geholpen kunnen worden. ,,Studenten hebben geen recht op bijstand, maar we kunnen ze bijvoorbeeld wel vrijwilligerswerk laten doen waar ze een vergoeding voor krijgen. Je wil voorkomen dat studenten om zo’n reden stoppen met de opleiding”.

De aanpak is vooral preventief bedoeld om te voorkomen dat jongeren afglijden. Naast de miljoenen van de gemeente komt er 58 miljoen van het Rijk dat landelijk in deze groep wordt gestoken. Hiervan gaat een deel naar extra inzet op mentale weerbaarheid. Ook komt het stadsbestuur met een startersbeurs. Afgestudeerden kunnen van de gemeente een bijdrage krijgen om hun salaris mee aan te vullen. Zo wordt het aantrekkelijker voor werkgevers om ze aan te nemen.

Veel eenzaamheid
Om tot dit plan te komen, zijn gesprekken gevoerd met jongeren. Wat de wethouders opviel, was dat depressiviteitsklachten behoorlijk toenemen en dat er veel eenzaamheid is. ,,Mensen die hun baan verliezen, maken vaak een rouwproces door. Dat is vergelijkbaar voor jongeren die opeens niet meer naar school kunnen. Ineens wordt hun wereld heel klein”, stelt Moti.

Niet iedereen zal dezelfde hulp nodig hebben. Bij de een gaat het ‘enkel’ om het regelen van een stageplek, terwijl bij de ander intensieve begeleiding nodig is. Met het geld kunnen duizenden Rotterdamse jongeren worden geholpen en de wethouders staan open voor suggesties. ,,We willen ze hierbij betrekken dus als zij ideeën hebben over wat nodig is, horen we graag van ze.” De plannen liggen nu voor aan de gemeenteraad.


Rotterdam gaat vieze bedrijfsbusjes weren

Rotterdam wil dat er per 2025 alleen nog schone vrachtwagens en bedrijfsbusjes in de stad rijden. Daarmee gaat de net afgeschafte milieuzone weer in de herkansing, al gaat die alleen voor bedrijven gelden en niet voor particulieren. Hoe groot de nieuwe zone precies wordt, is nog onderwerp van gesprek en wordt pas in 2022 bekend.

In 2050 moet Rotterdam helemaal uitstootvrij zijn. Een van de maatregelen op weg naar dat doel is de invoering van een nieuwe Zero Emissie Zone voor bedrijfswagens. Deze zogenoemde ZES-zone is een gebied waarbinnen de logistiek zo efficiënt mogelijk wordt uitgevoerd en met alleen uitstootvrije voertuigen. De zone geldt voor alle bestel- en vrachtauto’s die door bedrijven worden ingezet. Denk aan pakketbezorgers en verhuisdiensten, maar ook aan de voertuigen die winkels en bouwplaatsen bevoorraden.

Subsidie voor slimme oplossingen
Om ondernemers in de gelegenheid te stellen hun wagenpark schoner te maken komt de rijksoverheid volgend jaar met een subsidieregeling. De gemeente Rotterdam zet daar een subsidiebedrag van twee miljoen euro bovenop om ondernemers te stimuleren met slimme oplossingen te komen om het aantal bedrijfsritten in de stad terug te dringen. Per aanvraag is maximaal 100.000 euro beschikbaar, aanvragen kunnen worden gedaan worden tot eind 2022, of tot het geld op is.

,,We vragen een enorme inspanning van ondernemers en transporteurs. We willen dat iedereen mee doet, maar het moet wel haalbaar en betaalbaar blijven”, zegt verkeerswethouder. Vandaar dat de gemeente een overeenkomst over de nieuwe ZES-zone tekende met 56 partijen uit de logistieke sector. Een van de dingen die de ondernemers al meekreeg is om de milieuzone zo groot mogelijk te maken. ,,Anders is het voor hen de moeite niet om in een schoon wagenpark te investeren.”

Voordeeltjes als beloning
Weliswaar gaat de nieuwe milieuzone per 2025 gelden, er komt vervolgens nog een overgangsperiode van vijf jaar die rekening houdt met de afschrijvingstermijn van net afgeschafte bedrijfswagens. Om ondernemers te stimuleren om toch zo snel mogelijk met schone wagens te gaan rijden, worden zij beloond met enkele voordeeltjes. Zo mogen uitstootvrije bedrijfswagens gaan rijden op aan aantal geselecteerde busbanen. Ook mogen ze ook buiten de vastgestelde tijden laden en lossen in voetgangersgebieden.

Een van de ondertekenaars van het convenant is online supermarkt Picnic, die nu al met duizend elektrische wagentjes in Rotterdam de boodschappen bezorgt. De oprichter probeert het aantal ritten in de Maasstad zo efficiënt mogelijk te houden. ,,Wij rijden volgens het melkboerprincipe. Dat betekent dat wij één keer per dag in de straat komen, terwijl veel bezorgers dat soms wel vijf keer per dag doen”, zegt hij.

Retourpakjes
Klanten kunnen bovendien hun retourpakketjes van DHL aan de boodschappenbezorger meegeven. ,,Zodat maar één auto van DHL ‘s avonds honderd pakjes tegelijk bij ons kan ophalen”. ,,Maar we zouden ook producten kunnen afleveren bij lokale ondernemers.”

Ik gelooft heilig in meer samenwerking tussen transporteurs. ,,Niet alleen de overheid wil duurzaam werken, dat willen ondernemers zelf ook”, zegt hij. De vaste melkboerrondjes hebben bovendien als voordeel dat er minder verkeer in woonwijken komt. ,,Daar moeten kinderen spelen en zo min mogelijk busjes rondrijden.”

Logistieke sector
Via ons platform worden partijen uit de logistieke sector op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond de invoering van de ZES-zone in Rotterdam.


Fietsen en lopen moet de standaard worden

Het zal automobilisten in Rotterdam niet zijn ontgaan: het wordt steeds onaantrekkelijker gemaakt om met de auto door de stad te rijden. De net ingevoerde milieuzone moest er in het nieuwe college aan geloven, maar de wethouder heeft grote plannen voor de stad. Fietsen en lopen moet de nieuwe standaard worden.

Een flinke ambitie. Om dat voor elkaar te krijgen, heeft de wethouder een ambitiedocument gemaakt: Rotterdam Loopt 2025. Daarin staan de doelen voor de komende vijf jaar. De kern ervan is dat de voetganger een keer centraal moet komen te staan.

Om dat vorm te geven, heeft de gemeente onderzoek gedaan. Een paar duizend Rotterdammers hebben met hartjes en gebroken hartjes op een kaart aangegeven waar ze wel en niet fijn konden lopen. Voor de plekken met gebroken hartjes worden de komende tijd plannen bedacht om lopen daar prettiger te maken.

Schoolroute de norm
“Er zijn ontzettend veel plekken aangegeven door Rotterdammers waar zij niet fijn of veilig lopen.” Juist iedereen die ergens naartoe wil, moet de eerste stap zetten. Of je nu naar de auto of het openbaar vervoer loopt.

Uit het onderzoek van de gemeente blijkt dat er 1600 knelpunten in Rotterdam zouden zijn. Stukken waar de weg bijvoorbeeld eindigt of waar het onveilig en donker is. “We willen bijvoorbeeld ook dat kinderen naar scholen in de buurt gaan en dat zelfstandig kunnen. De norm moet zijn: als je je kind niet veilig naar school kunt laten gaan, dan is die route niet goed.”

De auto is welkom
“We zijn omgekeerd aan het ontwerpen”, legt de wethouder uit. Rotterdam is een autostad. Er was nauwelijks plaats voor de fietsers en wandelaars, die lager in de pikorde stonden. “Nu hebben we de fietser en voetganger op de eerste plek gezet.”

Autorijstroken zijn opgeofferd voor meer fietsruimte rondom Erasmusbrug
Volgens de wethouder moeten automobilisten de fietsers en voetgangers een beetje dankbaar zijn. “Hoe meer mensen op de fiets, te voet of met het openbaar vervoer gaan, hoe meer ruimte er voor de automobilist over blijft.” De auto blijft welkom. Maar als we stimuleren dat mensen ook op een schone, groene en gezonde manier plekken bereiken, hopen we veel Rotterdamse automobilisten ook daartoe te verleiden.”


Slapen we wel genoeg?

Veel mensen onderschatten hoeveel slaap eigenlijk nodig is om optimaal te kunnen functioneren. De een zegt dat ze met vijf uur slaap prima kunnen functioneren, terwijl de ander echt zijn bed niet uit te branden is met minder dan acht uur slaap. Toch heeft iedereen wel een bepaalde hoeveelheid slaap nodig en je leeftijd kan je precies vertellen hoeveel dat voor jou is.

Zo presteer jij iedere dag optimaal

Slaaptekort
Een slaaptekort is verre van ideaal. Het kan zelfs hele nare gevolgen hebben voor je lijf. Je kunt er gestresst van raken, maar ook neerslachtig en somber. Daarbij wordt een slaaptekort ook in verband gebracht met hartfalen, een te hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, beroertes, diabetes én overgewicht. Dat zijn dingen die je absoluut niet wil, dus het is zeker zaak om genoeg slaap te krijgen, maar hoeveel is nou eigenlijk genoeg? Per levensfase zijn er verschillen in de hoeveelheid slaap. Zo heeft een baby veel meer slaap nodig dan een volwassene.

Kun je slaap inhalen?
Ja, maar niet zoals veel mensen denken. Uitslapen heeft bijvoorbeeld helemaal geen zin. Gemiste slaap kun je enkel inhalen door vroeg op bed te gaan. Had je moeder dus toch gelijk toen ze zei dat de uren voor 12 uur dubbel telden! Benieuwd hoeveel slaap jij nodig hebt?

Hoeveel slaap heb jij nodig?
Hoeveel slaap je gemiddeld nodig hebt, is afhankelijk van hoe oud je bent. In elke levensfase heb je een andere slaapbehoefte. Kijk dus goed naar je leeftijd en welk slaapritme hier het beste bij past.

Baby
1 – 4 weken: 15 – 17 uur slaap per dag/etma
1 – 4 maanden: 14 – 15 uur slaap per dag
4 – 12 maanden: 14 – 15 uur slaap per dag

Baby’s slapen het grootste deel van de dag. Hun slaap-waakritme is in het begin nog niet ontwikkeld, waardoor ze slapen wanneer ze moe zijn – ook overdag. Naarmate ze ouder worden, worden de dutjes overdag minder en begint het slaap-waakritme zich te ontwikkelen.

Dreumes, peuter en kleuter
1 – 3 jaar: 12 – 14 uur slaap per dag/etmaal
3 – 6 jaar: 10 – 12 uur slaap per dag/etmaal

Peuters en kleuters doen vaak nog één middagdutje overdag, die steeds korter wordt als ze ouder worden. Gemiddeld gaan ze rond 7 uur naar bed en worden ze rond 8 uur weer wakker. Ze slapen ’s nachts dan dus meer dan 11 uur!

Schoolkinderen
6 – 12 jaar: 10 – 11 uur slaap per dag/etmaal

Schoolgaande kinderen moeten ontzettend veel indrukken verwerken. Ze spelen met vriendjes, gaan naar school en maken opdrachten. Een goede nachtrust is belangrijk om alle indrukken te verwerken en goed tot rust te komen.

Pubers
12 – 18 jaar: 8 – 10 uur slaap per dag/etmaal

Pubers hebben veel slaap nodig, zo’n 9 uur per nacht. Dit is goed voor hun schoolprestaties en groeiproces.

Volwassene
18 jaar en ouder: 7 – 8 uur slaap per dag/etmaal

Volwassen hebben zo’n 8 uur slaap nodig, gemiddeld genomen dan. Sommige volwassenen hebben namelijk aan 6 uur slaap genoeg, terwijl anderen écht 10 uur moeten slapen.

Senioren
60 jaar en ouder: 6-7 uur slaap per dag/etmaal

Als je ouder wordt hoef je vaak minder indrukken te verwerken. Het groeiproces is gestopt en het leven wordt wat langzamer. Daarom kunnen senioren gemiddeld met zo’n 6 uur slaap door.


Palingfans zwaaien bedreigde vis uit

Een dertigtal palingfans heeft op het strand van Hoek van Holland het dier uitgezwaaid. De ‘Nationale Paling Uitzwaaidag’ is het begin van de campagne PowerPaling.

Zwaaien! Zwaaien!,’’ roept een man vanaf de zijkant. En of er gezwaaid wordt. Volwassenen en kinderen met blauwe Power to the Paling-shirts gaan enthousiast met hun handen heen en weer. Anderen zwaaien met de Nederlandse vlag. Eén van de organisatoren stapt met haar laarzen het water in.

Hoek van Holland is volgens de Good Fish Foundation en Ravon een van de plekken waar de trekvis zijn reis begint van de zoete Nieuwe Maas naar de zoute zee. In de Sargassozee, een dikke 6000 kilometer verderop, plant het dier zich voort.

Bedreigd
Vanaf het strand zelf is geen aal te zien. De dierenliefhebbers mogen geen paling in de zee gooien, omdat dit in strijd is met de Nederlandse regels. De paling is beschermd en dat is niet voor niets: de vis staat hoog op de lijst van ernstig bedreigde diersoorten.

Achter deze ludieke zwaaiactie gaat een serieus probleem schuil. Al jaren neemt het aantal palingen sterk af. De afgelopen halve eeuw met negentig procent.

Loser
Of mensen dat ook echt weten, vraagt Good Fish Foundation zich af. ,,Er is zoveel aandacht voor de panda en de tijger. Bij de paling denken mensen vaak: wat is nu een paling? Dat is toch een beetje de loser van de zee. Maar waarom is een tijger belangrijker dan een paling? De paling is een belangrijke opruimer in het ecosysteem.’’ Op het menu van de veelvraat staan muggenlarven, garnalen en schaaldieren. ,,Hij zorgt ervoor dat het ecosysteem in balans blijft. De paling vervult echt een belangrijke rol in de natuur.”

De paling vervult echt een belangrijke rol in de natuur.

In Nederland is al een aantal vispassages gebouwd. Je hoeft de paling maar een klein gaatje te bieden waar ze gebruik van kunnen maken.

Cocaïne
Een andere oorzaak voor het uitsterven is dat veel mensen zich niet aan de regels voor internationale palinghandel houden. Handel buiten Europa is verboden, omdat het zo slecht gaat met de paling. Probleem is dat de Aziaten ontzettend gek zijn op paling. Op deze manier is er een enorme smokkel ontstaan richting Azië. 1 kilo aan babypalinkjes koop je hier voor 200 euro, maar in Japan ben je er 25.000 dollar voor kwijt. Mensen smokkelen daarom liever een babypalinkje dan cocaïne.”

Illegaal vissen
Overbevissing zorgt tevens het aantal palingen laag is. In heel Europa, ook hier in de regio, vissen veel mensen illegaal. Ze gebruiken illegale visnetten. Gevolg is dat de vissen niet terug naar de zee kunnen zwemmen.’’

Er is wel een aalverordening waarin de plannen staan om ervoor te zorgen dat de paling blijft bestaan. Aldus Good Fish Foundation. Op dit moment merken wij dat veel lidstaten zich niet aan de regels houden. Met deze actie en onze petitie, kunnen we de paling redden.

De meeste paling die in Nederland voor consumptie wordt genuttigd is kweekpaling uitzonderingen daargelaten.


Dansende voeten op de Binnenrotte

Twee enorme aluminium voeten van elk 7,5 meter op de vernieuwde Rotterdamse Binnenrotte. De iets gedraaide voeten, rustend op de tenen, zijn het nieuwste kunstwerk in de binnenstad. Net als de voeten zelf is ook de titel van het werk opvallend: Iedereen is dood behalve wij.
De ene voet komt bij de centrale bibliotheek, de andere bij het veldje naast de Markthal. De titel, Iedereen is dood behalve wij, moet een statement van de stad zijn: een oproep aan iedereen om er samen iets van te maken.

De Rotterdamse kunstenaar maakte het beeld naar model van de voeten van een ander beeldkunstwerk: Veertienjarige Danseresje van Edgar Degas uit de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen.

De voeten op grote sokkels moeten precies in de goede richting, zodat de houding van de voeten klopt.

Het plan voor het kunstwerk stamt al uit 1993. Het comité Rotte-Dam diende toen een burgerinitiatief in voor een grotere herkenbaarheid van de dam in de Rotte als plek waar Rotterdam is ontstaan. Pas in 2007 kwam er een budget beschikbaar en in 2015 werd het werk van Ben Zegers uitgekozen.

De gemeente Rotterdam is blij dat de voeten eindelijk op hun plek staan. “Waar we staan was ooit het eerste begin van Rotterdam zoals we dat nu kennen.”


Weinig monumentale bomen in Rotterdam?

In Rotterdam staan er twintig, in en rond Dordrecht dertig en in de Hoeksche Waard ook dertig. Een fractie van de 170 duizend oude bomen die in het nationale register voor monumentale bomen opgenomen zijn. Zo’n acht op de tien grote oude bomen staan in het oosten van het land.
Dat is niet alleen omdat het westen dichter bebouwd is, maar heeft vooral met de grond te maken. “Hoe droger de bodem, hoe ouder de bomen kunnen worden”, legt boomexpert Huib Sneep uit. “In ons gebied, rond Rotterdam, zakt de grond. Zo’n oude boom zakt deels mee.” Om de stad op te hogen, gooien we er steeds een laag zand bij, maar daar hebben oude bomen een enorme hekel aan, legt de expert uit.

“Kampioenen van Rotterdam zijn platanen. Die kunnen goed tegen ophoging, want die groeien in de natuur langs beken en rivieren waar af en toe zand afgezet wordt en waar dan weer eens wat zand weggespoeld wordt.”

Om in het nationale register opgenomen te worden, moet een boom minstens 80 jaar oud en in z’n omgeving de grootste zijn. Het voordeel voor de bomen is dat ze niet gekapt mogen worden.

Mensen met interesse voor bomen kunnen in het register op een kaart kijken waar de monumentale bomen staan.

Rode beuk
Een bekende oude boom in Rotterdam is de rode beuk op het Koningin Emmaplein, met een omtrek van 3,25 meter. “In no time zoek je in het register alle beuken of eiken op. De leeftijd staat niet op de kaart, maar de omtrek is wel vaak gerelateerd aan de leeftijd.”

De rode beuk staat schuin tegenover de Kunsthal aan de andere kant van de Westzeedijk, in de rand van de dijk. Dat geeft de beuk een stabiele standplaats, legt Sneep uit. “Die rode beuk vind ik imposant omdat hij in het hart van het stedenbouwkundige middelpunt staat. Hij vormt een prachtige eenheid met de monumentale huizen eromheen.”

Een andere blikvanger die iedere Rotterdam zou moeten kunnen aanwijzen is de Breitenbachplataan aan de Westersingel. Ook de Lijnbaanplataan mag geen onbekende zijn voor wie wel eens winkelt in het centrum van de stad.

De meest favoriete monumentale boom buiten de stad staat de beuk bij Huis ten Donck in Ridderkerk.


Ze verliest haar baan en gaat zwerfafval ruimen

De Papendrechtse Ingrid heeft tijdens de coronacrisis niet stilgezeten. Ze verloor weliswaar haar baan, maar besloot zich nuttig te maken door zwerfafval op te gaan ruimen. En dat was niet zonder succes. In vijf maanden tijd raapte ze honderdduizend stukken zwerfafval op. Gewapend met grijpers en emmers gaat Ingrid elke dag zwerfvuil ruimen aan het kleine strandje aan de Merwede in de Kerkbuurt. “Ik ben een paar jaar geleden hier aan de dijk komen wonen en toen viel het me op dat er heel veel plastic ligt. Eerst ben ik af en toe een beetje gaan rapen. Maar toen ik in de coronatijd werkloos werd, ben ik echt door heel Papendrecht gaan ruimen.”

In de afgelopen vijf maanden heeft Ingrid twintigduizend stuks zwerfafval op het strandje en tachtigduizend stuks in de rest van Papendrecht opgeruimd. Dat heeft ze exact bij kunnen houden in een speciale zwerfvuil-app. Het leverde haar zelfs een eervolle vermelding op van GoClean. “Ik denk niet: ik ruim andermans rotzooi op, maar ik help een dier er niet in te stikken.”

Van plastic tot autoradio’s
“Plastic, glas, tegels van sloopafval, piepschuim, sigarettenpeuken, maar ook een laptop, een autoradio, fietsbanden, autovelgen. Je vind van alles. Haar garage staat vol met bakken zwerfafval. “Ik doe het niet alleen hoor. Hier in de buurt zijn meer dan 250 geregistreerde ZAP’ers; zwerfafvalrapers”. Ingrid is pas de vierde die de honderdduizend heeft gehaald.

Zwerfafval ruim je samen op!

Haar doel:”Producenten moeten hun afvalstroom veranderen en ik wil dat de jeugd meer gaat helpen in plaats van alleen maar afval weg te gooien.”

Het honderdduizendste stuk zal Ingrid symbolisch pakken in Natuurreservaat Loowaard tijdens een opruimactie van GoClean, een burgerinitiatief dat is uitgegroeid tot een landelijke community die zich inzet om Nederland zwerfafvalvrij te maken.

Inmiddels heeft Ingrid weer werk. Ze raapt nu elke dag een half uur voor haar werk en in het weekeinde zwerfvuil in Papenrecht.


Aantal AED’s stijgt in Rotterdam!

Het aantal AED’s dat in buurten hangt is de laatste drie jaar explosief gestegen in de Rotterdamse regio.

De kleine kastjes kunnen van levensbelang zijn bij een hartstilstand. De eerste zes minuten zijn cruciaal. Door heel het land is er een netwerk van AED’s en burgerhulpverleners. Zij staan in contact met het oproepsysteem HartslagNu. De burgerhulpverleners krijgen een sms als er in de buurt een hartstilstand is en het dringende verzoek om te helpen met een AED. De reden is dat hulpverleners vaak sneller zijn dan een ambulance.

Allereerst 112 bellen als iemand een hartstilstand heeft. Dat is de eerste stap. De burgerhulpverleners moeten het liefst lopen of fietsen. Soms zijn plekken met de auto niet bereikbaar of staat een geparkeerde auto in de weg.

Training
In Nederland zijn 22.000 AED’s aangemeld bij HartslagNu. Drie jaar geleden waren dat er 10.000. Maar er zijn er nog veel meer, die nog niet zijn aangemeld. Die worden eigenlijk dan niet effectief gebruikt. Die zouden ook zo snel mogelijk moeten worden aangemeld en buiten moeten worden opgehangen. De hulpverleners hebben allemaal een reanimatietraining gevolgd. Een AED analyseert het hartritme en daarna is het óf doorgaan met reanimeren of op de knop drukken om een schok toe te dienen.

De Hartstichting heeft geïnventariseerd waar er nog AED’s nodig zijn. Rotterdam telt nog tientallen plekken waar binnen een straal van 500 meter zo’n kastje gewenst is. Rotterdam trok een aantal jaar geleden 120.000 euro voor uit om Rotterdam dekkend te maken. De Hartstichting kwam zelf met 21.000 euro over de brug. Die gewenste dekking is er nog niet.

De Hartstichting onderschrijft dat de stad veel initiatief heeft genomen. Wel is er nog een uitdaging in een uitbreiding van het aantal buitenkasten. Dit om de ‘24/7′ toegankelijkheid van het aantal AED’s in de stad nog verder te bevorderen.

Ook andere gemeenten in de regio hebben nog geen complete dekking. In Nederland zijn er bijna 1800 plekken die nog niet de gewenste dekking hebben. Om Nederland dekkend te krijgen zijn er ongeveer 3000 AED’s nodig. Het netwerk van AED’s heeft er toch al voor geleid dat de overlevingskans bij een hartstilstand is toegenomen. In 50 procent van de oproepen wordt een AED aangesloten.


Gemeente start campagne

Homo’s, lesbiennes, transgenders en mensen van een andere geaardheid voelen zich onveilig in Rotterdam. De gemeente wil hierin verbetering.

In het openbaar vervoer, tijdens het uitgaan of in een taxi. De verhalen van mensen uit de lhbti-gemeenschap zijn niet mals. Ze krijgen soms dagelijks te maken met intimidatie op straat, worden nageroepen en lastig gevallen. De wethouder schrikt niet van de resultaten van het onderzoek dat de gemeente liet uitvoeren. Met 23 mensen uit de gemeenschap is uitvoerig besproken wat hen en mensen uit hun omgeving overkomt.
,,Dit is in lijn met het landelijke beeld, maar dat betekent niet dat we het moeten accepteren. Iedereen moet zich veilig voelen in onze stad”, aldus de wethouder. Daarom start een campagne om straatintimidatie een halt toe te roepen. Drie jaar geleden werd de StopApp gelanceerd voor vrouwen die zich onveilig voelen op straat. Die wordt nu uitgerold naar de lhbti-gemeenschap.

Daders
De komende weken zullen overal in de stad posters te zien zijn om reclame te maken voor de app. Men hoopt dat 90 procent van de lhbti-gemeenschap de app downloadt en gaat gebruiken. Op die manier kan in kaart worden gebracht op welke plekken ze veel worden lastig gevallen, zodat handhavers hier op in gezet kunnen worden, en moeten daders in beeld komen. Het moet er ook voor zorgen dat homo’s, lesbiennes en mensen van een andere geaardheid kracht voelen om voor zichzelf op te komen en te zeggen: wat mij overkomt is niet normaal en moet niet worden geaccepteerd. Anders dan bij vrouwen gaat het bij deze groep vaak om agressiviteit waar ze mee te maken krijgen. Ze worden veroordeeld om wie ze zijn. Bij vrouwen is de intimidatie vaker seksueel getint.

De gemeente gaat in gesprek met de RET om te zien of er aanpassingen gedaan kunnen worden om de veiligheidsgevoelens in het openbaar vervoer te vergroten. Er worden al trainingen en cursussen gegeven in het onderwijs en op sportclubs om voor meer acceptatie te zorgen, maar dat kan altijd meer en beter, aldus de wethouder. De komende tijd wordt gekeken hoe meer gedaan kan worden voor deze groep Rotterdammers.


Voel je gelukkig

Heeft het zin om ieder jaar jezelf even tegen het licht te houden en een aantal zaken te resetten? Volgens de Erasmus Universiteit wel.

We doen al bijna vijftig jaar onderzoek naar geluksgevoel, gelukkig zijn en gelukkig(er) worden.

“Goede voornemens zijn onderdeel van bewust leven en maken het leven er daarmee meestal leuker op. Mensen die het idee hebben dat ze een speelbal van het lot zijn en weinig voornemens maken, blijven gemiddeld minder gelukkig dan mensen die het idee hebben smid van eigen geluk te zijn”.

Gezonder leven is één van de meest voorkomende voornemens en eentje waarbij je vrij makkelijk resultaat kan boeken. “Als je je voorneemt gezonder te leven, dan is de kans groot dat je gezonder wordt en daarmee ook gelukkiger”.

Hard nadenken
Als je mensen op straat vraagt naar hun goede voornemens van het afgelopen jaar, dan moeten veel mensen hard nadenken, zijn ze die vergeten en geven ze eerlijk toe dat veel voornemens gestrand zijn. “We doen altijd aan goede voornemens, maar meestal komt het niet zo uit en wil je het wel proberen”.

“Als het je niet lukt om de voornemens waar te maken, dan kan dat afbreuk doen aan je zelfbeeld en het vertrouwen dat je je lot in eigen hand hebt.” Denk er goed over na en stel haalbare doelen.

Begin bij jezelf
“Je moet echt bij je zelf beginnen, en als je geen motivatie hebt en geen doel voor ogen, dan gaan die voornemens ook niet lukken”.

Sociale doelen zoals meer doen met de kinderen, familie en vrienden leveren meer geluk op dan materiële doelen zoals een grotere auto. Dat blijkt uit gehouden onderzoeken.

Goede voornemens raken ook aan de essentie van je bestaan. Op straat krijg je diverse antwoorden als je vraagt naar het nut van goede voornemens. De één zegt om aan jezelf te blijven sleutelen, een ander om meer content te zijn, en weer iemand anders zegt dat het je gewoon lekker bezighoudt. Door er mee bezig te zijn kom je terecht bij de ruimere vraag: wat wil ik eigenlijk in het leven?”

De gelukswijzer
Dat is een lastige vraag waar het antwoord niet klip en klaar op is te geven. Een hulpmiddel kan zijn de gelukswijzer online gratis in te vullen. Zo kom je te weten of er meer geluk voor jou inzit, hoe prettig je je voelt bij je dagelijkse bezigheden en hoeveel tijd je besteed aan minder prettige zaken.

Uit onderzoek blijkt dat gebruikers van deze e-tool een tikje gelukkiger zijn geworden.


Croosboot gaat weer varen op de Rotte

Voor vele jaren was de Croosboot het gezicht op de Rotte.

De Croosboot was vooral in de jaren tachtig en negentig enorm populair. Hij kwam in 1986 in de vaart. Aan de rondvaarten kwam in 2007 een einde.

Medeoprichter Jeanne kon na het overlijden van haar man het beheer van de boten niet langer bolwerken en moest uiteindelijk ermee stoppen.

Hierna deed een rederij in 2009 een nieuwe poging de boot te laten varen, maar de kosten bleken te hoog.

Via Loosdrecht weer terug naar Rotterdam

De Croosboot heeft als ‘Lady Kim’ dienst gedaan voor rondvaarten op de Loosdrechtse Plassen. Daar komt nu helaas een einde aan, vertelt de schipper.

We hebben de boot te koop gezet omdat we geen ondersteuning meer krijgen van de gemeente. Er is minder aandacht voor kleine dingen als met ouderen een mooie tocht over de plassen maken. Hij is bedroefd dat een traditie van 100 jaar rondvaarten op de Loosdrechtse Plassen stopt maar hij is opgelucht dat de boot terugkeert naar zijn roots. “Het moet zo zijn en het klikte meteen met de jongens van Croosboot 2.0.”

We stappen aan boord en nemen je mee terug in tijd. Aan boord van de Croosboot 1.0


Nieuw Coolhavenpark

het is een kwestie van tijd. Maar Rotterdam krijgt er een stadspark bij Coolhavenpark. Omwonenden en nieuwe bewoners van Little Coolhaven kunnen straks ontspannen in een park met circa 128 nieuwe bomen, ligweides, mooie beplanting en open plekken. Door de biodiversiteit in het park ontstaat een nieuwe ecologische route voor onder andere vleermuizen.

Coolhavenpark is 12.000 vierkante meter groot.

Verbindende schakel
Het gebied aan de voet van nieuwbouwproject Little C wordt de verbindende schakel tussen de Heemraadsingel en Het Park. Ook wordt Coolhavenpark onderdeel van de Groene Connectie, een wandelroute van acht kilometer die groene initiatieven in Delfshaven met elkaar verbindt.

Het is een ultiem voorbeeld dat bouwen en vergroenen elkaar niet in de weg staan. Sterker nog, de realisatie van Little C heeft kansen geboden voor extra groen in dit deel van de stad. De 20 hectare extra groen in Rotterdam is als doel gesteld en gaat er komen.

Little Coolhaven
Aanleiding voor de realisatie van dit park is nieuwbouwontwikkeling Little C. Dit nieuwbouwproject telt vijftien gebouwen met ruimte voor 209 huurwoningen, 111 koopwoningen, kantoren, horeca en kleine winkels en voorzieningen. Het nieuwe Familiehuis van Daniel den Hoed komt eind 2020 in Little C. Bewoners van Little C parkeren in een ondergrondse parkeergarage, voor bezoekers worden er 52 parkeerplaatsen in de Academiestraat en op de G.J. de Jonghweg gerealiseerd.

Park voor iedereen
Bij het ontwerp van Coolhavenpark is veel aandacht besteedt aan de kwaliteit en de keuze van het groen. Zo is het park straks circa 128 nieuwe bomen rijk: meerstammigen en enkelstammigen. Door de struiken slim te plaatsen, blijft het park open en uitnodigend en zorgen we voor sociale veiligheid. Verdeeld in het park worden spelaanleidingen gerealiseerd. Doordat de kade opnieuw wordt vormgegeven wordt het ook aantrekkelijker vertoeven langs de waterkant.

Afsluitende bijeenkomst
Vanaf medio 2020 starten de eerste werkzaamheden van Coolhavenpark. De oplevering is eind 2021 voorzien, aansluitend op het laatste bouwblok van Little C. Het definitieve inrichtingsplan van Coolhavenpark is in oktober vastgesteld. Eind 2019 volgt nog een afsluitende bijeenkomst waarin de definitieve plannen worden gepresenteerd.


Bizar koude winter van 1940

In die bange tijd vol oorlogsdreiging, filmde Joh de Boom de zeer strenge winter met een prachtig beeld van de Schiekade. Maar de winter van 1939 – 1940 was wel de koudste sinds 1845 en is het onderwerp van de nieuwste terugkijkfilm die Bas Romeijn over het Rotterdam van toen heeft gemaakt.

Die kou had grote gevolgen. Zo vond men op 2 januari aan het Toepad in Tuindorp Vreewijk een 17-jarige fabrieksarbeider stervend maast zijn fiets. Omdat er geen tekenen van geweld waren, moest hij door de kou bevangen zijn geweest. Ook melden de kranten van een sterke stijging van het aantal begrafenissen op de begraafplaats Crooswijk. Op 30 januari werd onder zeer zware omstandigheden de zesde Elfstedentocht verreden. Van de 2716 toertochtrijders bereikten er slechts 27 de finish.

Bij die strenge vorst probeerde men het scheepvaartverkeer eerst nog gaande te houden door schepen te voorzien van een ijsbrekerneus en in konvooi te varen, maar uiteindelijk kon ook dát niet meer en lagen er bijna 1000 binnenvaartschepen in de Waalhaven te wachten op betere tijden.

De kachels maakte overuren en de kolenhandelaren verkochten driemaal meer kolen dan normaal. Maar door de sneeuwval, het wegvallen van de binnenvaart en het vorderen van vrachtauto’s in verband met de mobilisatie, ontstond een groot te kort aan spoorwagons en vrachtauto’s. Waardoor de voorraden snel schaars werden. Maar ondanks de kou en de oorlogsdreiging, probeerde het publiek zich te vermaken.

Bron: Joh de Boom en Bas Romeijn


Alle nationaliteiten in Rotterdam een eigen liedje!

Rotterdam is ech wel een Wereldstad. Er wonen mensen uit ongeveer 170 landen in onze stad. En elk van die landen heeft zijn eigen liedje, zo’n liedje dat iedereen kent.

Twee jaar lang zijn voor het project Groot Rotterdams Songbook kinder- en volksliedjes uit al deze landen verzameld. De 170 liedjes zal een jaar lang iedere dag door de stad klinken via de klokken van de drie Rotterdamse stadscarillons; de Laurenskerk, het stadhuis en de Pelgrimvaderskerk.

Stadsbeiaardier Richard de Waardt is het grote brein achter het Groot Rotterdams Songbook. Hij heeft van ieder land het populairste liedje uitgekozen: “Iedereen in dat land moet het liedje kennen. En ik heb de volksliederen vermeden!” Aldus Richard. De Waardt kreeg honderden inzendingen binnen. Verder hielpen allerlei ambassades hem met kiezen, en deed ie zelf veel onderzoek.

Om in de stemming te komen is hier alvast een voorproefje.


Stress? Rotterdams opladen

Het komt vaak voor een burn-out? Ga dan is Rotterdams opladen.

Ons land gaat aan stress ten onder. Burn-out is volksziekte nummer 1. Een op de zes Nederlanders heeft last van burn-outklachten en dit aantal neemt alleen maar toe. Wat is de oplossing. Opladen in de natuur. De natuur in en en je lijf in beweging zetten. Terug naar waar we vandaan komen.

Rotterdammer Nick Platje komt in korte broek en op slippers aangewandeld. Het is geen toeval dat de sportieve en avontuurlijke Rotterdammer zijn verhaal in het Kralingse Bos doet. Het is deze plek waar het zes jaar geleden allemaal begon. Naast zijn werk als marinier neemt hij in zijn vrije uurtjes stadgenoten mee het bos in om er op natuurlijke wijze fit te worden, door ze er simpelweg te laten spelen.

Op expeditie

Zonder vooropgezet plan neemt hij de mensen die hij training geeft geregeld mee op expeditie naar Schotland. Buitenspelen in de bergen. Hij krijgt zoveel positieve reacties dat hij zijn baan bij het korps mariniers opzegt en zijn eigen reisorganisatie voor wildernisreizen opricht. ,,Ik deed het eigenlijk gewoon voor mezelf en vanuit een onderbuikgevoel dat ik dit moest doen.’’

Twee jaar later ‘verwildert’ de Rotterdammer maandelijks met een groep in de bergen. Dit keer staat Georgië op de agenda. Wandelen in het rauwe Kaukasus gebergte. Vergezeld door herders en paarden trekken ze diep de wildernis in om naar ‘de mooiste plek op aarde’ te gaan. Verder staan dit jaar nog een zesdaagse huttentocht door Natuurpark Alt Pirineu in Spanje op de planning, een detox in de woestijn van Iran en een kampeeravontuur in Kenia.

Het begon bij het korps mariniers, daar is de liefde voor het buiten zijn, kamperen, avonturen en reizen ontstaan.

De avonturier vertelt: ,,Ik merk echt een kantelpunt in de samenleving. Steeds meer mensen worden zich bewust van de voordelen van het buitenspelen in de natuur. Voor mij is het geen business, maar een lifestyle die ik al jaren aanhang. Het begon bij het korps mariniers, daar is de liefde voor het buiten zijn, kamperen, avonturen en reizen ontstaan.’’

De eenvoud van het buitenleven, de verrijkende ervaringen en de ontspanning die hij ervaart tijdens de expedities wil hij ook anderen meegeven. ,,Het leven in de stad is leuk, ik woon er tenslotte. Maar de stad is ook complex en een plek waar je je continu bezighoudt, geen moment rust pakt voor jezelf. Als ik in de bergen wandel, ontkoppel ik van de dagelijkse sleur hier in de stad. In de natuur heb je minder indrukken en je komt er in een soort flow. Als je daarin meegaat, voel je gewoon dat het matcht.’’

Meer dan ooit voelt ik mezelf genoodzaakt om dit te doen. Ook hij weet dat steeds meer mensen kampen met een burn-out. Wat hem betreft is voorkomen beter dan genezen.

Van nature creatief

,,Als we hele dagen binnen achter een computer zitten, wordt het vuur in ons gedoofd. Ik merk het zelf. Als ik hier in de stad mijn reizen aan het voorbereiden ben en de hele dag achter de computer heb gezeten, ben ik helemaal leeggezogen. We zijn van nature nieuwsgierig, creatief en willen op pad, maar de mens is ver van zichzelf af komen te staan.’’

Ik wil mensen laten zien hoe mooi de natuur is

Als gediplomeerd wildernisgids geeft de Rotterdammer zijn medereizigers ook kennis en kunde van de natuur mee. ,,Ik wil mensen laten zien hoe mooi de natuur is. Als mensen zich hier niet bewust van zijn, gaan ze zich ook niet inspannen voor het behoud ervan. Ik weet dat het vliegtuig pakken niet milieuvriendelijk is, dus volgend jaar pak ik vaker de trein en ga ik me meer richten op reizen dichterbij huis.’’

Op Facebook en het Instagram- account zijn volgers er vaker op uit te trekken. ,,De dagen dat je achter de computer zat, ga je je later niet herinneren hoor. Laatst kreeg ik een appje van iemand die een keer mee was geweest. Hij was in zijn eentje met een tent naar de bergen gegaan. ‘Zonder jou had ik dit nooit gedaan’, appte hij. Dat is precies wat ik wil: mensen een zetje in de juiste richting geven, mijn kennis van het buitenleven overbrengen. Mensen lekker zelf laten verwilderen. Daar zijn we voor gemaakt.’’

Bron: AD


De grote stad Rotterdam

De zomer ruikt niet echt lekker in de grote stad… Rotterdam. Af en toe een vleugje vers gebakken patat, zonnebrand of zomerbloeiers maar het ruikt toch vooral bijna uitsluitend naar uitlaatgassen: Welkom in het stadscentrum in de zomer. Zo nu en dan waait de verschaalde bierlucht van een terras of evenement voorbij, maar de auto’s nemen het helaas al snel weer over. 

Ik kom in de zomer niet graag in de stad, mede omdat mijn luchtwegen te gevoelig zijn maar ook omdat geur nou eenmaal belangrijk voor me is. Er is een directe link tussen ons reukvermogen en het brein, wij ruiken dingen vaak zonder ze werkelijk op te merken.

Uit recent onderzoek is gebleken dat mensen zowaar een triljoen verschillende geuren onderscheiden. De hele dag ruiken wij dus misschien wel miljoenen geuren zonder het door te hebben, maar dit heeft wel degelijk invloed op onze geest. Hoe aantrekkelijk zou Rotterdam als stad kunnen worden als het hier ook nog eens lekker rook?

Omhoog voor groen

We missen in de stad eigenlijk veel kansen wat betreft luchtzuivering. Als je bovenop het Schieblok de weelderig groene DakAkker bezoekt kun je om je heen kijken en zien: de overige daken zijn triestig grijs. Hoe bijzonder zou het centrum van Rotterdam zijn als je op ieder moment in een oase van groen kunt komen door even de trap te nemen?

Hier zou menig Rotterdammer een frisse neus gaan halen. Om nog maar te zwijgen over hoe ongezond het inademen van al die fijnstof en gassen eigenlijk is. De specifieke geur van stikstofdioxiden en formaldehyde herken je waarschijnlijk niet, maar kosten op de meest vervuilde stukken wel vier tot negen maanden van je leven.

Planten zijn in dit geval een uitkomst. Zij zetten niet alleen CO2, een van de bekendste broeikasgassen, om in zuurstof maar hebben vaak ook de eigenschap dat ze dergelijke giftige stoffen uit de lucht kunnen filteren.

Dus het plan voor de toekomst is helder: groen op de daken en gezonde, gelukkige Rotterdammers, die weer gewoon de bloesem en vers gemaaid gras mogen ruiken in onze stad!

Door: Sarah Stolk | Bedankt voor je bericht


Rotterdammers volkstuintje

Volkstuintjes zijn immens populair. Ook in Rotterdam is het dringen geblazen voor een eigen stukje groen op een volkstuin. Wachttijden voor een stuk grond lopen dan ook flink op. Bij de Volkstuinvereniging van het Eiland Van Brienenoord hebben ze zelfs een inschrijfstop afgekondigd.

Het tuinieren op het Eiland van Brienenoord is het beste van twee wereld, vertellen meerdere volkstuinders. “Ik woon in een flat en heb daar alleen een balkon. Hier heb je alle vrijheid. Je zit hier aan de rivier. Je bent midden in de stad, maar toch buiten. Dat is het leuke hier”, legt Willem uit, die al sinds 1986 bij de Volkstuinvereniging is te vinden.

“Het gaat net zoals op de camping: ‘Hé, ben jij er ook weer?'”, vertelt tuinder Marcel. “Dat trekt mij op zich niet hoor, want ik bemoei me met niemand hier. Maar zo onder mensen die ook bezig zijn met die moestuin of vegetatie, gaat het automatisch.”

Mensen die het ook wel wat lijkt, hebben pech. Vanwege de inschrijfstop zullen er voorlopig geen nieuwe gezichten bijkomen op de volkstuinvereniging. Of toch wel? “Als ze een leuk bod op mijn huisje doen, dan kunnen ze het nemen”, zegt Willem. “Dan moet het wel een heel leuk bod zijn!”

Maar al gauw krabbelt hij terug. “Ik ben nog lang niet van plan om weg te gaan.”

Bron: RTV


Rotterdammers in armoede

Wie in armoede leeft, kan hulp inschakelen bij verschillende organisaties. De stichting Armoedefonds Nederland Zuid-Holland heeft een website gelanceerd. In een straal van 25 kilometer zijn 165 organisaties te vinden die mensen in armoede helpen.

Er staan landelijk al 1072 organisaties op. Aanleiding voor het project zijn de vele telefoontjes en e-mails die Stichting Armoedefonds Nederland dagelijks krijgt. ‘Bij wie kan ik in mijn stad, dorp of regio terecht als ik eraan wil werken om uit de armoede te komen?’ We merken dat veel mensen vastlopen in hun online zoektocht.

De Stichting Armoedefonds wil dan helpen met de website hulpbijarmoede.nl Voor de hulpzoekenden is er op de site de mogelijkheid hun woonplaats of postcode in te tikken en vervolgens in een straal van 5, 10 of 25 kilometer te kijken welke organisaties kunnen ondersteunen.

Opvallend is dat er in Rotterdam zo veel organisaties actief zijn. Dat zegt iets over de situatie in deze stad.’’ Stichting Armoedefonds Nederland roept alle organisaties in Zuid-Holland, die zich professioneel met armoedebestrijding of aan armoede gerelateerde zaken bezighouden op hun contactgegevens achter te laten. Zodat ze voor iedereen in de provincie en in de rest van Nederland voortaan goed vindbaar zijn.

Stichting Armoedefonds Nederland ziet de armoedeproblematiek in Nederland toenemen. Volgens de stichting is het meest opvallend dat het aantal mensen dat langdurig (langer dan vier jaar) met armoede wordt geconfronteerd geleidelijk groeit. ,,Hopelijk kunnen zij met deze website geholpen worden.’’


Zwemvaardigheid inwoners verhogen

Verschillen

De mogelijkheden om een zwemdiploma te halen verschillen behoorlijk per woonplaats’, vermeldt het onderzoek. De vergoedingen die de regelingen op gemeenteniveau bieden, lopen uiteen. Bijna een derde (29 procent) biedt een volledige vergoeding voor zwemdiploma A, maar in iets meer gevallen (32 procent) is alleen een financiële vergoeding tot een bepaald bedrag beschikbaar. ‘Zo is de hoogte van de bijdrage niet altijd voldoende voor het behalen van zwemdiploma A.

Stimuleringsregeling

Bijna alle Nederlandse gemeenten (96 procent) hebben een stimuleringsregeling voor zwemvaardigheid, twee derde biedt een gemeentelijke regeling aan zoals schoolzwemmen. Inkomen en leeftijd zijn factoren of iemand recht heeft op een subsidie voor het verbeteren van de zwemvaardigheid. Toch is niet iedereen op de hoogte van het bestaan van vergoedingen op het gebied van de zwemveiligheid.

Bekendheid

VSG gaat samen met NL Zwemveilig en de Nationale Raad Zwemveiligheid kijken hoe ze de bekendheid en bereikbaarheid van gemeentelijke en landelijke regelingen verder kunnen vergroten ‘zodat ook kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen leren zwemmen’.


Twintig hectare extra groen in de stad

De komende jaren investeert Rotterdam in twintig hectare extra groen in de stad. Dat staat in het actieplan ‘Rotterdam gaat voor groen’. Er komt meer groen in de openbare ruimte, op daken en dichtbij huis.

De gemeente wil bewoners en scholen stimuleren hun tuinen en schoolpleinen groener te maken. Meer groene daken. Verder moet er meer groen komen bij werklocaties, zoals op bedrijventerreinen, kantorenlocaties en in het havengebied.

Het college van burgemeester en wethouders heeft hiervoor een budget uitgetrokken van 12,5 miljoen euro tot eind 2022. Dit wordt gebruikt als stimuleringsgeld voor projecten en initiatieven van de gemeente en andere partijen. Daarnaast stelt het college 3,5 miljoen euro beschikbaar voor de versterking van ecologische verbindingen.

Aangezien maar 40% van de grond binnen de gemeentegrenzen eigendom is van de gemeente (openbare ruimte) en 60% van de grond in private handen is, zoeken we voor onze plannen de samenwerking met onder andere de bewoners, bedrijven, investeerders en woningcorporaties.

Wij hebben hun medewerking hard nodig.’ Een mooi voorbeeld van samenwerking tussen gemeente en bewoners is de aanleg van het Essenburgpark. Dit park is dankzij inzet van bewoners in samenwerking met waterschap en gemeente gerealiseerd.

In de Nozemanbuurt in Delfshaven gaan bewoners aan de slag met plannen voor kleine groene verbeteringen in hun buurt. Vier gemeentelijke wijktuinmannen ondersteunen de Rotterdamse zelfbeheerders. Op het Middellandplein is extra groen opgeleverd en op de Soetendaalseweg in het Oude Noorden zijn grote plantvakken aangelegd. Er zijn plannen in voorbereiding voor meer groen op de Polderlaan, Le Fèvre de Montignylaan, bij het voorportaal van het Collectiegebouw van Museum Boijmans van Beuningen en het evenemententerrein in het Museumpark.

Een tuincoach geeft tuintips en beplantingsadvies aan bewoners, in straten waar door rioolvernieuwing de straat en de voortuinen worden opgehoogd. Een subsidie voor groene schoolpleinen start binnenkort. De gemeente stimuleert de aanleg van groene daken met een subsidieregeling voor particulieren.

Dit komt neer op 15 euro per vierkante meter groen dak. Ook met Europese subsidie komen er groene daken bij, zoals op het voormalig gemeentearchief op de Robert Fruinstraat en op De Peperklip.

Groen in de stad zorgt voor een mooier, gezonder en duurzamer leefklimaat. Bewoners kunnen recreëren en bewegen in een groene omgeving. Het verhoogt de waarde van vastgoed en draagt bij aan biodiversiteit. Verder is een groene stad beter bestand tegen de uitdagingen van een veranderend klimaat met meer extreme regenbuien, hete en droge periodes. Aldus de Wethouder.


34 supermarkten stoppen voedselverspilling

Stichting Voedselsurplus, initiatiefnemer van de donaties, heeft de supermarkten in contact gebracht met de sociale organisaties. “De supermarkten gaan voedselverspilling te lijf en steunen mooie initiatieven in de buurt” aldus de stichting,

“Op deze manier wordt voedselverspilling omgezet in lokale betrokkenheid”. De donaties leveren inmiddels een bijdrage aan meer dan 3.000 maaltijden per week. In de afgelopen twee jaar heeft dit een CO2-reductie van 250 ton opgeleverd. Stichting Voedselsurplus startte in 2017, ondersteund door de gemeente Rotterdam, in Charlois met het koppelen van supermarkten aan sociale organisaties en is al snel in andere delen van Zuid aan de slag gegaan.

In 2018 is de rest van Rotterdam aangesloten en inmiddels doneren 34 supermarkten hun overschotten aan sociale organisaties in de buurt. Sociale organisaties kunnen de voedingsmiddelen goed gebruiken. Het biedt hen mogelijkheden om het geld dat ze besparen op de inkoop in te zetten voor andere activiteiten.

Een grote groep organisaties doet mee, waaronder het Leger des Heils. Vanaf nu kunnen klanten van supermarkten ook zien of hun supermarkt meedoet aan het verminderen van voedselverspilling. Op de deur is een sticker aangebracht en op de schapkaartjes is te zien dat voedselverspilling wordt voorkomen en voedsel gedoneerd wordt aan sociale organisaties in de buurt.

“Update Voedselbank”

Nieuw concept Voedselbank
Cliënten van de Voedselbank krijgen normaal gesproken wekelijks een krat vol met etenswaren die ze niet zelf kiezen. De winkel aan de Mathenesserweg lijkt op een supermarkt. Mensen mogen hier boodschappen doen en hebben volledige keuzevrijheid.
Op deze nieuwe locatie kunnen zo’n vierhonderd cliënten van de voedselbank terecht. Ze mogen hier eens per week boodschappen doen. Het is niet de bedoeling dat ze hun winkelwagentje tot de nok toe vullen. Op basis van gezinsgrootte wordt bepaald hoeveel van ieder product iemand mee mag nemen.

Verbetering
“Dit is een hele grote verbetering ten opzichte van hoe het nu is. Omdat nu een standaardpakket wordt geleverd. In deze winkel is het eigen keuze. Dit is voor de mensen zelf echt een verbetering. Dit is trouwens niet de eerste voedselbank die op deze manier werkt. In Gorinchem is vorig jaar een soortgelijke winkel geopend.

De werkwijze levert voordelen op: “Mensen kunnen op een tijd komen die hun uitkomt want ze mogen kiezen in welk tijdsblok ze aanwezig zijn. Je gaat verspilling tegen, mensen kiezen geen dingen die ze niet lusten. En we kunnen nu meer geven op het gebied van non-food, dus verzorgingsproducten en schoonmaakmiddelen. Dat doen we nu mondjesmaat, omdat het lastig te combineren is met het uitdelen van levensmiddelen. Maar dat kan in zo’n winkel natuurlijk wel.” Daarnaast is de drempel voor mensen om zich aan te melden voor de Voedselbank kleiner.

We zouden dan meer van dit soort winkels willen in Rotterdam. Maar hier zijn wel sponsoren voor nodig. “Je kunt je voorstellen dat zo’n locatie niet gratis is. De uitdeelpunten die we nu hebben zijn vaak in kerken en buurthuizen en die kosten geen geld. Maar het zal zometeen wel wat kosten als we dit allemaal willen organiseren op verschillende plekken.”

Bij de Voedselbank zien ze een stijging van tien procent in het aantal cliënten, wat trouwens een stukje lager ligt dan in andere grote steden zoals Amsterdam (25 procent).

De Voedselbank Rotterdam is goed voorbereid. Een stijging van vijftig procent zouden ze hier nog aankunnen. “We hebben voldoende voedsel dat is het probleem niet. Met de transport en opslag zal het ook wel lukken. Alleen hebben we dan wel veel meer vrijwilligers nodig. Vooral vrijwilligers in de organiserende zaken.”


Teveel stress!

Wat kan je doen om stress te verminderen, maar ook te voorkomen? Hoe ontstaat stress eigenlijk en hoe weet je of je stressgevoelig bent of niet? Wat kan je doen om je stressniveau te verlagen.

Stress is een gevoel van spanning, alertheid, nervositeit en daaruit volgt een reactie zoals een verhoogde hartslag of zweethanden. Stress ontstaat bijvoorbeeld door een hoge werkdruk of bij een overlijden van een dierbare.

Kan je ziek worden van stress? Ja, dat kan. “Langdurige stress kan uitmonden in overspanning en dat kan overgaan in een burn out. Dat kenmerkt zich door lichamelijke vermoeidheid. Je krijgt dan een soort verankering van psychische stress in het lichaam. Dat zou kunnen overgaan in een depressie.” Hart- en vaatziekten hebben een relatie tot stress. “Dat is wetenschappelijk onderzocht. Het heeft te maken met het samenknijpen van de aderen.

“Stressgevoelig De ene persoon is stressgevoeliger dan de ander. Je bent stressgevoelig als je een kort lontje krijgt, of een keer overspanning hebt gehad, of bij stress minder goed slaapt, maar ook als je een keer een depressie hebt gehad. “Er zijn ook mensen die in situaties van drukte of stress meer alcohol, slaapmiddelen of pijnstillers gaan gebruiken.”

Wie heeft last van stress? Met name ouderen en jongeren hebben last van stress. Bij ouderen komt dat vaak door technologische ontwikkelingen, bij jongeren gaat het vooral om studie- en partnerkeus.

Wat kan je doen? Laat uitzoeken of je stressgevoelig bent. Zo ja, ga dan meer bewegen, ga wandelen, eet goed en neem je rust. Heb je veel te doen op je werk? Ga even een rondje lopen om je hoofd leeg te maken. Thuisgekomen na een drukke dag? Ga lekker op de bank of op je bed liggen. Voldoende rust nemen is belangrijk, dus zorg dat je genoeg slaapt.

Ga vooral om met echte vrienden in plaats van Facebookvrienden en zet je telefoon gewoon is uit. We krijgen elke dag heel veel prikkels, ook via onze sociale netwerken. Zorg dat je niet de hele dag bezig bent met wat er gebeurt op sociale media.

Muziek kan je in een compleet andere stemming brengen, dus zet eens wat rustige muziek op. Over het algemeen ontspant muziek, maar kies dan wel voor jazz of andere rustige muziek. Humor ontspant ook, dus merk je dat er een stressvolle situatie is, maak dan een grap.

Mindfulness, yoga en meditatie kunnen je helpen om te ontstressen en tot jezelf te komen. Dagje Kralingse bos kan ook geen kwaad. Leg de lat eens wat lager en denk aan jezelf.

Als je hele hoge eisen aan jezelf stelt kan dat leiden tot veel stress als je die eisen niet haalt.


Boom valt in de prijzen

Hij viste vorig jaar nog achter het net bij de Europese Boom van het Jaar-verkiezing, maar nu heeft de Rotterdamse Breytenbachplataan alsnog een prijs op zak.

De ruim 150 jaar oude boom aan de Westersingel heeft een prijs gewonnen waardoor hij de komende drie jaar voor 15.000 euro aan extra aandacht krijgt. De wedstrijd is een initiatief van Bomenwacht Nederland, een bedrijf dat in opdracht van onder andere gemeenten onderzoek doet naar de gezondheid van bomen.

Om de zoveel tijd vraagt het bureau het publiek welke boom wel wat extra aandacht kan gebruiken. Een jury beoordeelt alle inzendingen en kiest dan een winnaar uit. Ditmaal waren er acht inzendingen. De 16 meter hoge plataan is de enige boom die het bombardement overleefde. In de jaren 60 kon op het nippertje kap worden voorkomen. Dankzij verankeringen, nieuwe kademuren en beluchtingskokers staat de boom er nog altijd goed bij.

Hij wordt weleens de duurste boom van Rotterdam genoemd. Zijn naam dankt hij aan de Zuid-Afrikaanse dichter Breyten Breytenbach, die hem in 1986 uitriep tot ‘Het monument van de onbekende dichter’. De plataan dong vorig jaar ook mee naar de titel Europese Boom van het Jaar, maar die eer kwam toe aan de fluitende kurkeik is het Portugeese Alejento.


Staatsbosbeheer

Het is onze natuur.  Staatsbosbeheer beheert het groene erfgoed van Nederland; 265.000 ha natuur die we beschermen, die je kunt beleven en die we samen met en voor anderen duurzaam benutten.

Vanaf 1 januari 2017 beheren ze ook de recreatiegebieden van 7 natuur- en recreatieschappen in Zuid-Holland en Zeeland. In 2018 zijn enkele gebieden overgegaan naar Staatsbosbeheer en naar gemeenten. Wil je meer informatie over Staatsbosbeheer kijk dan is Staatsbosbeheer.nl

Rotterdammers voorelkaar is een website waar mensen elkaar kunnen vinden en helpen. Hulp vragen of iemand hulp bieden wanneer jou dat uitkomt.

Eenmalig, iedere week, alles daartussen in én bij jou in de buurt. Betrouwbaar, gemakkelijk en gratis! Heb je hulp nodig? Dan kun je op Rotterdammersvoorelkaar eenvoudig een vraag plaatsen. Je kunt ook jouw hulp aanbieden door jezelf te registreren en een aanbod te plaatsen of te reageren op een hulpvraag.

Het gebruik van Rotterdammers voorelkaar is betrouwbaar en veilig en we gaan altijd zorgvuldig met je gegevens om. Je gegevens worden ook niet gebruikt voor commerciële doeleinden of aan andere partijen verstrekt zonder dat hier vooraf aan jou toestemming voor is gevraagd.

Doe mee en kijk voor meer informatie op Rotterdammersvoorelkaar.nl


Verlichting in Rotterdam

Door Antoinette Stas

Onze stad is mooi, daar is iedereen het wel over eens. Maar in de donkere maanden is Rotterdam nóg fraaier. Neem nu de prachtig uitgelichte Hef, het Wereldmuseum en Het Witte Huis, of Zadkine’s beeld De Verwoeste Stad dat altijd in de schijnwerpers staat. Openbare verlichting is nodig voor verkeers- en sociale veiligheid, maar met licht kan nog veel meer.

De Hef van Rotterdam

Bijna ongemerkt legt de gemeente met slimme verlichting de nadruk op de sterke punten van onze stad, zoals de Maasoever en bijzondere architectuur. Dat en nog veel meer staat in het Lichtplan Rotterdam. “Dit plan is een wereldwijd voorbeeld. Waar andere steden alleen lichtplannen maakten voor het verfraaien van de binnenstad, hebben wij een strategie en aanpak voor de openbare verlichting in de gehele stad geformuleerd”, licht het Stadsbeheer toe. “En afspraken over het beheer”, vult zijn collega  aan.

“Er waren zo’n 400 soorten armaturen, 50 soorten lichtmasten en 50 soorten lampen. Bij vervanging gebruiken we nu altijd standaardmaterialen, dat maakt het onderhoud een stuk efficiënter. Er zijn daarbinnen wel ‘specials’: bijvoorbeeld voor historische kernen zoals in Overschie, Delfshaven en Charlois is er speciale straatverlichting die past bij de sfeer.” Nachtelijke uren: “Een zeer belangrijk aspect is duurzaamheid.

In 25 jaar tijd is in Rotterdam het jaarlijkse energiegebruik voor openbare verlichting van 40 miljoen naar 24 miljoen kilowattuur. Dat is dankzij andere lampen zoals LED, maar ook door het dimmen van verlichting op doorgaande routes. In de nachtelijke uren, als er weinig verkeer op de weg is, verminderen we het licht met 50 procent. En in woonbuurten gaan we meer en meer gebruik maken van dynamisch dimmen. Dan is de straatverlichting gedimd totdat er een voetganger, fietser of auto door de straat beweegt.” Van geel naar wit “.

Door: 24 Liquid Media

Burgers spreken ons aan als we op andere verlichting overgaan”, er is in de loop der jaren wel het een en ander veranderd aan de kleur van het schijnsel. “Het licht in Rotterdam is van heel geel via een beetje geel naar warm wit gegaan, en er is nu minder omgevingslicht. Als ik dat tijdens bewonersavonden uitleg, begrijpt men dat heus wel.

Ik ben overigens heel blij met reacties, vooral over kapotte straatverlichting. Dat kan men op allerlei manieren melden: via de website van de gemeente, de Buitenbeter-app of door te bellen met 14 010. Daarbij moet men altijd wel het nummer van de lichtmast doorgeven! Ja, het is fijn dat burgers ons weten te vinden, want daar doen we het toch voor.”


Voedselbank professioneler

De Voedselbank Rotterdam is een grote en dynamische vrijwilligersorganisatie, waar per week zo’n 60.000 kilo etenswaar wordt herverdeeld onder gezinnen die het (even) niet breed hebben.

Met liefde en toewijding zorgen vrijwilligers ook in 2019 dat daarvan 7600 gezonde en gevarieerde pakketten worden samengesteld. Maar er gebeurt meer op de locatie in de Keilehaven. Naast een kantoor is er ook een flink distributiecentrum. Daar arriveert voedsel, wordt het tijdelijk opgeslagen maar ook vaak weer verder vervoerd.

Daar komt heel wat bij kijken. Herverdelen Door overschotten van supermarkten en telers opnieuw te verdelen, bestrijden de 400 vrijwilligers van de Voedselbank armoede in Rotterdam maar ook ver daar buiten. Tegelijk wordt verspilling tegen gegaan, waardoor het milieu minder wordt belast. De Voedselbank Rotterdam levert ook aan zo’n 27 collega-voedselbanken. Daarvoor is een degelijk wagenpark nodig, brandstof en natuurlijk een goede logistieke planning.

Door fondswerving, donaties en de juiste vrijwilligers lukt het dit volgens de wettelijke normen uit te voeren. Vrijwilligers Bij de Voedselbank Rotterdam is iedereen vrijwilliger, inclusief de directie. Dat zorgt voor een hecht team dat op elkaar rekent en van aanpakken weet, want op elke ochtend worden zomaar 700 boodschappenkratten gevuld. Net als veel andere vrijwilligersorganisaties wordt ook de Voedselbank Rotterdam steeds professioneler. Zoals bijvoorbeeld de voorbereidingen die op dit moment getroffen worden voor vernieuwing van de logistieke software.

Hiermee kan actueler ingespeeld worden op de actualiteit. Helpen? Bij de Voedselbank Rotterdam draait alles om vrijwilligers. Zij zijn van levensbelang voor de organisatie en in het bijzonder voor de kwaliteit van de voedselpakketten. Iedereen kan iets betekenen in dit intensieve proces en is van harte welkom om een keer te komen praten over welke functies er beschikbaar zijn. Kunt u een handje helpen? Wat hebben we nodig?

Omdat de Voedselbank een relatief groot bedrijf is hebben we vrijwilligers nodig op allerlei gebied. Naast de mensen die de voedselpakketten samenstellen in onze productieruimte hebben we ook planners om de zaken voor te bereiden. Maar ook chauffeurs met groot en klein rijbewijs voor de distributie van de pakketten en het ophalen van de grondstoffen. Winkelpersoneel voor onze kringloopwinkel en magazijnmedewerkers. Om dat allemaal goed te laten functioneren hebben we op de ondersteunende afdelingen, zoal ICT, Financiën, Fondsen- en voedselwerving, Cliëntenadministratie en personeelszaken ook gekwalificeerde vrijwilligers nodig voor de lopende zaken en projecten.

Op dit moment heeft de Voedselbank vooral leidinggevenden nodig, die in staat zijn de werkzaamheden van kleine groepen vrijwilligers te coördineren. Dat aantal kan variëren van enkele vrijwilligers, die een specifieke taak hebben, tot groepen van 20 vrijwilligers, die zich met in- en ompakwerkzaamheden bezig houden. Als één van de bovenstaande activiteiten je aanspreekt kijk dan eens op onze website of neem contact op met de afdeling personeelszaken van de Voedselbank 010-7271071.

Bron: Voedselbank Rotterdam