De homo-moorden in het Rotterdamse Kralingse Bos in 1993 zijn opgelost door nieuwe DNA-technieken. Het leidde tot de aanhouding van een 47-jarige man uit Westland.
In 1993 was een daderspoor veiliggesteld met DNA. Anno 2015 is het mogelijk een zogeheten verwantschapsonderzoek te doen met het oude materiaal. Dat leidde tot een match in de data-base met een familielid van de verdachte. De recherche was daarmee een flinke stap verder.
Uiteindelijk kwam het Rotterdamse cold case-team, dat het onderzoek deed, terecht bij de man uit Westland. Zijn DNA matchte 100% met het daderspoor uit 1993.
Anoniem
De man wordt verdacht van twee moorden en twee pogingen daartoe. Het motief lijkt roof: in alle vier de gevallen was het de dader te doen om de auto van het slachtoffer. De homo-ontmoetingsplaats in het Kralingse Bos werd waarschijnlijk bewust uitgekozen: de homo’s die daar kwamen waren veelal getrouwde mannen. Zij wilden anoniem blijven en zouden niet snel aangifte doen van diefstal.
De 47-jarige David J. stond vrijdag voor het eerst voor de rechter. Zijn advocate, mr. Van Veenendaal, wil dat hij wordt onderzocht door een neuroloog. “Hij was in ’91 en ’92 steigerbouwer en toen is hij van een dak gevallen. Destijds dachten ze dat hij alleen een hersenschudding had opgelopen, maar een neuroloog kan beoordelen of er misschien meer is beschadigd. De verdenking zou daarmee te maken kunnen hebben.”
De advocate wijst er verder op dat haar cliënt in die tijd veel drank en drugs gebruikte. “Wellicht heeft dat ook neurologische gevolgen gehad.” De rechter stemde in met het aanstellen van een neuroloog als deskundige. De rechtszaak wordt in december voortgezet.
Bron: RTV Rijnmond